SV | En alle vrouwen, die wijs van hart waren, sponnen met haar handen, en zij brachten het gesponnene, de hemelsblauwe [zijde], en het purper, het scharlaken, en het fijn linnen. |
WLC | וְכָל־אִשָּׁ֥ה חַכְמַת־לֵ֖ב בְּיָדֶ֣יהָ טָו֑וּ וַיָּבִ֣יאוּ מַטְוֶ֗ה אֶֽת־הַתְּכֵ֙לֶת֙ וְאֶת־הָֽאַרְגָּמָ֔ן אֶת־תֹּולַ֥עַת הַשָּׁנִ֖י וְאֶת־הַשֵּֽׁשׁ׃ |
Trans. | wəḵāl-’iššâ ḥaḵəmaṯ-lēḇ bəyāḏeyhā ṭāwû wayyāḇî’û maṭəweh ’eṯ-hatəḵēleṯ wə’eṯ-hā’arəgāmān ’eṯ-twōla‘aṯ haššānî wə’eṯ-haššēš: |
En alle vrouwen, die wijs van hart waren, sponnen met haar handen, en zij brachten het gesponnene, de hemelsblauwe [zijde], en het purper, het scharlaken, en het fijn linnen.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En alle vrouwen, die wijs van hart waren, sponnen met haar handen, en zij brachten het gesponnene, de hemelsblauwe [zijde], en het purper, het scharlaken, en het fijn linnen.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!